Doel en aanpak

Scholen helpen om de basisvaardigheden verder te ontwikkelen, zodat de resultaten van leerlingen verbeteren. Zowel in het primair en het voortgezet onderwijs als het speciaal onderwijs. Dat is het doel van het Masterplan basisvaardigheden. Hiervoor maakte de regering 1 miljard euro vrij in 2021.

De samenstelling van het Masterplan

Het Masterplan bestaat uit verschillende onderdelen. Deze staan deels vast en zijn deels in beweging. Met als voordeel dat soms andere keuzes gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld vanwege onderzoeksuitkomsten of gesprekken met scholen.

Dit zijn de belangrijkste onderdelen:

  • Financiële hulp
    Via de subsidieregeling Verbetering basisvaardigheden krijgen scholen extra middelen. Hiermee kunnen zij evidence-informed werken aan het verbeteren van de basisvaardigheden. De subsidie kan ook gebruikt worden om leraren verder te professionaliseren. Dit gebeurt door hen op te leiden en bij te scholen. Later worden de  extra middelen voor basisvaardigheden die het kabinet blijvend beschikbaar heeft gesteld via gerichte bekostiging aan scholen verstrekt. Hiervoor moet eerst de wet worden aangepast. Scholen hoeven dan geen subsidie meer aan te vragen.
     
  • Een duidelijke opdracht
    Voor scholen is het vaak moeilijk om onderwijs te geven dat leerlingen echt nodig hebben. Bijvoorbeeld vanwege een veelheid aan opdrachten voor het onderwijs en een verouderd curriculum. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wil duidelijker maken wat er van scholen wel en niet wordt verwacht. Daarom werkt OCW de kerndoelen voor onder meer de vier basisvaardigheden bij en maakt ze concreter. Welke aanpassing nodig is van de referentiekaders Nederlands en rekenen-wiskunde wordt onderzocht. De examenprogramma’s worden ook aangepast. De onderzoekskaders van de Inspectie van het Onderwijs zijn al aangepast.
     
  • Beter zicht op de basisvaardigheden
    Scholen weten niet altijd goed genoeg in hoeverre leerlingen de basisvaardigheden beheersen. Ook op landelijk niveau wil OCW beter weten hoe (groepen) leerlingen er op verschillende momenten tijdens hun schoolloopbaan voor staan. Dit zicht op de beheersing van de basisvaardigheden wil OCW de komende jaren verbeteren.  Zo wordt het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs voortgezet en uitgebreid. Hierdoor kunnen scholen de prestaties en de vervolgloopbanen van hun leerlingen volgen. Ook kunnen ze dit vergelijken met andere scholen. Daarnaast wil OCW een leerlingvolgsysteem met genormeerde toetsen verplichten in de onderbouw van het voortgezet onderwijs.
     
  • Evidence-informed onderwijs aanmoedigen
    OCW moedigt scholen aan om evidence-informed te werken. Daar helpt OCW ook bij. Zo ontwikkelt het ministerie concrete praktijkhandvatten op basis van kennis, opgedaan in onderzoeken. Dit doet OCW samen met veldpartijen als het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), het landelijk expertisecentrum voor het curriculum SLO en door de expertisepunten te ondersteunen. Samen met het NRO ontwikkelt OCW ook nieuwe kennis over de effectiviteit van interventies. Daarnaast onderzoekt OCW hoe scholen beter in staat kunnen worden gesteld om de kwaliteit en effectiviteit van leermiddelen te beoordelen.
     
  • Extra tijd en ruimte voor leraren
    Het onderwijs kan niet zonder goede leraren en goede schoolleiders. Daarom kregen leraren dankzij het Masterplan basisvaardigheden extra tijd om zich verder te professionaliseren in het onderwijs van de basisvaardigheden. Hier werken andere programma’s binnen OCW ook aan. Het Masterplan is een aanvulling hierop.
     
  • De taalomgeving versterken
    OCW wil de omgeving waarin leerlingen in contact komen met taal versterken. Door meer samen te werken met partijen rondom de school. Denk aan thuis, de kinderopvang en de bibliotheken. Daarom stopt OCW energie in aanpakken waarvan bewezen is dat ze werken. Aanpakken om de school heen, die ervoor zorgen dat leerlingen bijvoorbeeld meer gaan lezen. Zoals de Bibliotheek op School en Boekstart.