De online masterclass is bedoeld voor onderwijsprofessionals die evidence-informed aan de taalontwikkeling van kinderen in groep 1 en 2 willen werken. De masterclass gaat in op het belang van spel voor de brede ontwikkeling van het jonge kind. Vragen die besproken worden zijn:
Hoe kan ik meer diepgang in het spel bewerkstelligen?
Hoe kan ik de taalproductie tijdens het spel vergroten?
Hoe kan ik de kwaliteit van het taaldenken verhogen?
Welke handvatten zijn er om kinderen die moeilijk tot spel komen te stimuleren om samen te spelen?
Aan bod komen:
Effectief bewezen interventies vanuit het onderzoek Taaldenken in Spel door dr. Annerieke Boland, lector Jonge kind aan Hogeschool iPABO.
Voorbeelden uit de praktijk door Tineke van der Bent, leerkracht in groep 1 en 2 en ambulant begeleider.
De online masterclass ‘Spel bij de taalontwikkeling van het jonge kind’ werd georganiseerd op 18 juni 2025 door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Vragen en antwoorden
Tijdens de online masterclass ‘Spel bij de taalontwikkeling van het jonge kind’ zijn er in de chat inhoudelijke vragen gesteld. Hieronder staan de antwoorden op de meest gestelde vragen.
Literatuur:
Boland, A., Van de Weghe, J., Vancraeyveldt, C., & Aerden, I. (2021). De kracht van spel: Waar leerkrachten en kinderen elkaar ontmoeten. EPO.
Brouwers, H. (2017). Kiezen voor het jonge kind (4e editie). Coutinho.
Als de kinderen bij jou op school niet tot spel lijken te komen, is het raadzaam om dit te onderzoeken. Door goed naar de kinderen te kijken, kun je waarnemen wat het probleem is. Kunnen ze niet starten? Zijn ze snel afgeleid? Gebruiken ze het materiaal op de juiste wijze? Sluit het materiaal aan op wat ze willen spelen? Starten ze wel maar, zijn ze snel uitgespeeld? In welke fase van spel zitten de kinderen? Zijn er kinderen die wel goed tot spel komen? Dat is relevante informatie om tot een oplossing te komen. Als je weet wat precies het probleem is, kun je gerichter op zoek gaan naar oplossingen.
Dr. Annerieke Boland, de deskundige in de masterclass ‘Spel bij de taalontwikkeling van het jonge kind’, heeft over dit onderwerp geschreven. In De kracht van spel (Boland, Van de Weghe, Vancraeyveldt, & Aerden, 2021) zegt zij dat het belangrijk is dat kinderen zich vrij voelen om te spelen. Ze moeten tijd en ruimte ervaren, waarbij te veel regels vermeden worden en er juist veel ruimte is voor de fantasie van het kind. Verder zegt ze dat het van belang is om goed te kijken naar de materialen die je aanbiedt. Neem materialen die het ontdekken en experimenteren uitlokken en op verschillende manieren gebruikt kunnen worden. De rol van de leerkracht is bepalend: de leerkracht is vooral volgend en faciliterend en verbindt zich aan het spel. Van daaruit brengt de leerkracht verdieping aan en verrijkt het spel. In het artikel Taaldenken in spel - een professionaliseringstraject kun je lezen over de drie V’s die ook in de masterclass aan bod gekomen zijn.
Ook de websites van het NRO en het SLO bieden informatie over dit onderwerp.
Als je overweegt een nieuwe werkwijze in te voeren, bepaal dan met elkaar of de werkwijze past bij de door jullie uitgewerkte visie op het onderwijs aan het jonge kind. Een goed onderbouwd en gedragen verbeterplan helpt bij het doorlopen van het veranderproces, omdat het maken van een verbeterplan uitlokt tot het nadenken over de invoering, uitvoering en borging. Het NRO heeft de leidraad ‘Werken aan onderwijsverbetering in het primair onderwijs’ ontwikkeld, waarin zes stappen van onderwijsverbetering worden uitgewerkt.
Als je wilt zorgen dat leerkrachten meespelen met kinderen om zo het taaldenken te stimuleren, dan is het goed om te beginnen met de voorwaarden, zoals het klassenmanagement, onder de loep te nemen. Tineke van der Bent, de leerkracht in de masterclass ‘Spel bij de taalontwikkeling van het jonge kind’, benoemde een aantal tips:
Wees tevreden met kleine stapjes.
Ga eerst naast het spel zitten en observeer, zodat je bijvoorbeeld weet welke materialen je later kunt toevoegen.
Begin klein met slechts een paar minuten per dag.
Maak goede afspraken met de kinderen, bijvoorbeeld dat de kinderen die niet met jou spelen hun vragen bewaren, totdat je klaar bent met meespelen.
Bied onderdelen in een circuitvorm aan. Het rollenspel, waaraan je als leerkracht deelneemt, is dan één van de onderdelen, net zoals een kleine kring.
Het kiezen van een thema dat goed aansluit op het niveau en interesse van de kinderen is het startpunt. Het is belangrijk om te bedenken of kinderen er iets over kunnen leren, of dat hun kennis kan worden uitgebreid. Schat in of het thema de nieuwsgierigheid wekt en of het speelbaar is (Brouwers, 2017). Daarna is het goed om na te denken over jouw rol in het meespelen en de taal die je in die rol wil toevoegen aan het spel van de taalsterke kinderen.
Dr. Annerieke Boland, de deskundige in de masterclass ‘Spel bij de taalontwikkeling van het jonge kind’, zegt dat het ook voor taalvaardige kinderen belangrijk blijft om het taaldenken te stimuleren. Ze stelt dat taaldenken ook gaat over het ontwikkelen van een dieper begrip van taalgebruik en de reflectie daarop. Bij deze manier van werken wordt het probleemoplossend vermogen gestimuleerd en daarin kan goed worden afgestemd op het niveau van het kind. Je kunt bijvoorbeeld complexere taaldenk-opdrachten geven en kinderen uitdagen om gevoelens en gedachten onder woorden te brengen.
Ook voor oudere kinderen, in groep 3 en 4, is het een passende werkwijze. Voor hen pas je op dezelfde wijze de moeilijkheidsgraad aan. In het spel kunnen de doelen verwerkt worden en passen zij het geleerde toe in een betekenisvolle setting.