Scholen die de subsidie Verbetering basisvaardigheden vanuit het Masterplan basisvaardigheden ontvangen, kunnen gebruikmaken van verschillende vormen van ondersteuning. Een van de ondersteuningsvormen is deelname aan een begeleid leernetwerk. Directeur Melanie Brandenburg van SG Newton vmbo in Hoorn en teamleider Sonja Lensen van vmbo-school Aeres in Almere namen dit schooljaar deel aan zo’n leernetwerk. Zij zijn enthousiast.

Melanie Brandenburg
Sonja Lensen

‘Deelname aan het leernetwerk is heel waardevol, zowel de bezoeken aan andere scholen en de gesprekken met andere deelnemers van het leernetwerk, als de nagesprekken op de terugweg met collega’s. Ook werken we nog steeds met het model van de “theory of action”’, aldus Melanie.  

De leernetwerken zijn gevormd met scholen die de subsidie Verbetering basisvaardigheden ontvangen. In een begeleid leernetwerk staat de uitwisseling van kennis en ervaringen met andere scholen in de regio centraal. Bij de start van het subsidietraject kunnen scholen zich aanmelden voor een leernetwerk. Scholen worden vervolgens per sector en regio ingedeeld. Het doel van de leernetwerken is om van elkaar te leren. Dat gebeurt door onder andere een kijkje te nemen in de les bij andere scholen. Deelnemende scholen maken gebruik van de kracht van de groep om hun verbeterplan basisvaardigheden verder te verdiepen en aan te scherpen. 

Verrassende aanmelding

Voor Melanie, die sinds januari 2024 directeur is van SG Newton vmbo in Hoorn, kwam het leernetwerk wel een beetje ‘als een verrassing’. ‘Mijn voorganger had de school aangemeld’, verklaart ze. ‘Dus toen er iemand vanuit het ministerie van OCW belde dat ik mij had aangemeld voor een leernetwerk wist ik nergens van. Maar toen ik hoorde dat het om een netwerk ging waarin je samen met andere scholen naar de basisvaardigheden van leerlingen kijkt en probeert om van elkaar leren, dacht ik: waarom niet? Laten we er maar gewoon vol ingaan. Ik vind het sowieso belangrijk om nieuwe dingen te leren en te kijken wat je ermee kunt. Natuurlijk hebben wij ook hier het verbeteren van het onderwijs in de basisvaardigheden hoog op de agenda staan en een leernetwerk biedt mogelijk nieuwe inzichten.’ 

Ook Sonja, sinds juli 2019 teamleider bij Aeres vmbo Almere, werd verrast door een bericht vanuit het ministerie van OCW. ‘Mijn collega die de portefeuille basisvaardigheden onder zich had, is weggegaan en bleek dus in dit netwerk te zitten. Op een gegeven moment kreeg ik mailtjes of ik wilde aansluiten. In eerste instantie leek het mij een nogal grote hap uit mijn agenda, maar ik heb er zeker geen spijt van. Zelfs de reistijd bleek nuttig, want juist tijdens de heen- en terugreis bespraken we met collega’s onze observaties.’ 

Kijken zonder oordeel

Sonja en Melanie namen ieder met twee collega’s deel aan het leernetwerk. Een onderwijscoördinator van het ministerie van OCW organiseerde, faciliteerde en verrijkte de netwerken op een van de deelnemende scholen. Ook bezochten ze samen andere scholen voor objectieve lesobservaties. Om zeker te zijn dat de nieuwe kennis direct bij de juiste teamleden terechtkwam, nam Melanie een docent wiskunde en een docent Nederlands mee naar deze observaties. Sonja introduceerde een reken- en taalcoördinator van haar school.  

Tijdens de bijeenkomsten en lesobservaties maakten ze gebruik van de “theory of action”. Dit model is gebaseerd op de objectieve theorie van Argyris en Schön (1978). Het Center for Educational Leadership (Universiteit van Washington) werkte dit uit in een praktisch denkmodel. Deze aanpak daagt scholen uit om evidence-informed te werken aan het verbeteren van de basisvaardigheden. Ze scherpen hun theorieën over een gewenste onderwijsverbetering steeds aan. Dat doen ze op basis van wetenschappelijke kennis en de verschillende contexten. En dat doen ze op basis van de aanwezige praktijkkennis over het vraagstuk, die ze tijdens de leernetwerkbijeenkomsten uitwisselen.  

‘Wij zijn natuurlijk kampioen in het invullen van wat op een school speelt. Dat doen we op basis van aannames, die we in de loop van de tijd hebben opgebouwd’, zegt Sonja hierover. ‘Tijdens de bijeenkomsten deden we dat juist niet. De onderwijscoördinator begeleidde ons daarin goed. In het hele traject nam hij ons mee terug naar het raamwerk: Waarom doen we dit? Welke stappen zetten we en waarom? Zo leerden we om de andere scholen echt te ondersteunen in vragen die je zonder oordeel probeert te stellen.’  

"‘We hebben geleerd om zonder oordeel te kijken in de klas op andere scholen en dus echt op feiten te letten."
"We benoemden en beschreven zaken die we in de les zagen: Wat zie je echt? Wat valt op?’"

Melanie: ‘Het was heel waardevol om bij elkaar een kijkje in de keuken te nemen, want daarvan leer je het meeste. Iedere school had een eigen leervraag, maar die hebben we niet vooraf met elkaar geformuleerd. Dat deed je pas op het moment dat er visite op jouw school kwam. We hebben geleerd om zonder oordeel te kijken in de klas op andere scholen en echt op feiten te letten. We benoemden en beschreven zaken die we in de les zagen: Wat zie je echt? Wat valt op? Wat zijn de hoofdlijnen? Welke patronen kun je onderscheiden? Wat zeggen die dan? Vervolgens vroegen we ons af wat we daaruit konden leren in relatie tot onze eigen leervraag. Onze leervraag was: hoe kunnen wij de rijke taalomgeving binnen de lessen verder vormgeven? En niet alleen bij Nederlands. We zagen dat veel docenten in de les al veel woorden aanreikten. Maar docenten leerden leerlingen veel minder strategieën aan om hen zelf in staat te stellen hun woordenschat te verrijken. Die stappen moeten we nog zetten.’ 

Werkgroep Taalbeleid

SG Newton vmbo, met 700 leerlingen en bijna 100 medewerkers, werkt momenteel de opbrengsten van het leernetwerk verder uit. Melanie: ‘We hebben een werkgroepje Taalbeleid, waarmee ik samen met de deelnemende collega’s aan het netwerk nog een keer die “theory of action” heb doorgenomen. Vervolgens hebben we nagedacht over hoe we deze theorie nog verder kunnen inzetten om de schoolprestaties van onze leerlingen te verbeteren. We willen onze ideeën volgend schooljaar verder uitrollen. Daarbij kun je denken aan heel concrete zaken, zoals de aanschaf van woordenboeken. Of het aanvragen van scholing om de data en ontwikkeling van leerlingen beter te kunnen analyseren door de sectie Nederlands. Ik vind het een hele waardevolle opbrengst van deelname aan het begeleide leernetwerk.’ 

"‘We willen nu standaard dezelfde rekenkaarten die we bij wiskunde gebruiken ook bij andere vakken als economie of biologie aanbieden.’"

Bij Aeres vmbo Almere, een school met 850 leerlingen en 110 medewerkers, ging het bij de leervraag vooral om het aanleren van taalvaardigheden binnen vakken als economie, geschiedenis en maatschappijleer. Vakken waarbij begrijpend lezen en taalonderwijs uitermate belangrijk zijn. Sonja: ‘Daarvoor waren onze taal- en rekencoördinator bij het leernetwerk aangehaakt. Hierdoor hebben we de opbrengsten uit het netwerk verder in onze eigen organisatie kunnen brengen. We willen nu standaard dezelfde rekenkaarten die we bij wiskunde gebruiken ook bij andere vakken aanbieden, zoals economie of biologie. En we willen de stap maken naar het aanbieden van allerlei taalstrategieën en taalondersteuningskaarten voor vakken waarin taalondersteuning het allerbelangrijkste is.’ 

Waardevolle lessen

Sonja en Melanie raden andere scholen zeker aan om aan een begeleid leernetwerk mee te doen. Melanie: ‘Je haalt tijdens een leernetwerk heel veel op. Vooral het theoriestuk vond ik heel interessant.’ Sonja vult aan: ‘Het is een verfrissende methode en voor ons was het de katalysator om ons plan van aanpak basisvaardigheden echt concreet te maken. Qua tijdsinvestering was het die vier bijeenkomsten zeker waard.’  

Tips van de twee scholen

  • Investeer in het professionaliseren van je schoolcultuur, zie hier.  

  • Wissel onderling kennis en inzichten uit binnen het schoolteam over het verbeteren van het onderwijs in de basisvaardigheden.  

  • Kijk buiten je eigen school. Organiseer lesobservaties bij andere scholen. 

  • Kijk zonder oordeel: kijk zonder oordeel in de les van een docent en let echt op de feiten. Benoem en beschrijf wat je ziet en wat opvalt.