’Leren voor het leven doe je vooral bij burgerschap’
Hoe zorgen scholen ervoor dat ze de kerndoelen van burgerschap goed neerzetten, passend bij hun eigen visie én populatie en uitgaande van de (wettelijke) kaders? De Vrije School Helianthus in Heerlen heeft naar eigen zeggen een mooi evenwicht hierin gevonden. Niet door een nieuw vak op te tuigen, maar juist door goed te kijken wat er al op school gebeurt, dat concreter te maken en te monitoren.
Vrije School Helianthus in Heerlen is een algemeen bijzondere school, dat wil zeggen dat de school openstaat voor alle leerlingen. De leerlingen komen uit de wijde omgeving van Heerlen. Het bevoegde gezag van de school ligt bij het bestuur van de Stichting Pallas.
De school startte in 1986 in een klein lokaal voor peuters en kleuters van wie de ouders graag vrijeschoolonderwijs wilden realiseren. Langzamerhand groeide dit initiatief verder uit en in 2015 volgde de verhuizing naar het huidige pand aan de Molenberg. In 2020 groeide de school naar een tweede locatie, gevestigd aan de Heerlerbaan.
Leerplan en leerkracht
Op een vrijeschool werken ze aan een brede basis. Naast de ontwikkeling van het denken, worden kinderen hier ook intellectueel, creatief, ambachtelijk en sociaal uitgedaagd om hun persoonlijkheid te ontplooien. ‘Omdat het in het leven om veel meer draait dan om losstaande vaardigheden, leer je op een vrijeschool ook zorgen voor elkaar. Of aandacht hebben voor cultuur en betrokken zijn bij de maatschappij. Daarom is juist een vak als burgerschap hier zo belangrijk’, vertelt schoolleider Janine Goebbels-Finster.
‘Onze leraren zijn vrij om binnen de kaders van het leerplan van de school zelf vorm en inhoud aan het onderwijs te geven.’
Belangrijkste inspiratiebron voor de leerkrachten zijn de pedagogische uitgangspunten van antroposoof Rudolf Steiner. ‘Onze school heeft een duidelijk leerplan, waarin staat welke stof in welk leerjaar behandeld moet worden. Maar leraren zijn vrij om binnen de kaders van dat leerplan zelf vorm en inhoud aan het onderwijs te geven’, aldus Janine. Dat gebeurt aan de hand van periodeonderwijs. Zo werken de leerlingen een bepaalde periode aan één onderwerp, bijvoorbeeld breuken of de Romeinen. En om dat in één lijn te krijgen en zeker te weten dat alle kerndoelen aan bod komen, maken de vrijescholen een leerplan met daarin de onderwerpen van hun onderwijs.
Aansluiten bij burgerschapsdoelen
Helianthus is het afgelopen jaar bezig geweest om het burgerschapsonderwijs goed neer te zetten, passend bij hun sterke (vrijeschool)visie en uitgaande van de wettelijke burgerschapsopdracht. Janine hierover: ‘Tijdens een eerder inspectiebezoek kregen wij het advies mee om het onderwijs in burgerschap meer met onze visie, de kerndoelen en onze doelgroep te verweven. Vervolgens hebben we tijdens een studietweedaagse met ons team gezocht naar wat we al aan burgerschap doen en dat gekoppeld aan ons maatschappijbeeld en onze visie op burgerschap. Daarnaast hebben we onze keuzes onderbouwd: Waarom kiezen we voor bepaalde burgerschapsactiviteiten bij déze kinderen op déze school? Zo ontstond er een concrete lijn van aanbod in een logische samenhang, passend bij onze doelgroep en vrijeschoolvisie. Dus geen nieuw vak optuigen, en gebruikmaken van wat er al is.’
‘Geen nieuw vak optuigen, en gebruikmaken van wat er al is’
Collega en adjunct-schoolleider Anne Hocks vult aan: ‘Na de studietweedaagse hebben we een leerlijn voor burgerschapsonderwijs opgesteld. Deze hebben we in het afgelopen schooljaar helemaal uitgewerkt. Alle activiteiten die we in het kader van Burgerschap doen, de vieringen, weekopeningen en afsluitingen, nemen we in de leerlijn mee. Ook het GIPS-project namen we daarin mee. Daarin komen mensen met een beperking op school langs om leerlingen te vertellen en te laten zien wat er met hen aan de hand is. Leerlingen mogen bijvoorbeeld een rolstoel uitproberen of maken kennis met braille. Dit project doen wij al jaren, en is goud waard. Kinderen leren respect te hebben voor mensen met een beperking, maar ook dankbaar te zijn voor wat ze zelf nog of wel kunnen. En ze vertellen er thuis over. Met een project als GIPS werken we wel aan hónderd burgerschapscompetenties.’
Haakjes voor periodeonderwijs
Een belangrijk onderdeel van de vrijeschool is het eerdergenoemde periodeonderwijs. Ook dat is nu uitvoerig beschreven, maar daarin zit ook een spagaat. Anne: ‘We behandelen in ons periodeonderwijs alle vakken aan de hand van thema’s. Het verschil met andere scholen is dat onze leraren geen methodes gebruiken, maar voor een groot deel vrij zijn om binnen de kaders zelf invulling te geven hoe ze de lesstof behandelen. Dat maakt het lastig om leerprestaties van leerlingen te monitoren. Dus hoever ga je met het vastleggen en meten van wat je doet? Leraren moeten eraan wennen dat ze datgene wat ze doen administreren en de resultaten van hun onderwijs vastleggen. Het team is bezig om dit op een passende wijze te doen.’
‘Een ander gesprek dat we nog willen voeren, is de manier waarop we nu onze jaarfeesten vieren.’
Ze vervolgt: ‘Een ander gesprek dat we nog willen voeren, is de manier waarop we nu onze jaarfeesten vieren. We vinden het belangrijk dat kinderen ervaren dat ze deel uitmaken van een gemeenschap, zowel in de klas als op school. Daarom is er bij ons op school veel aandacht voor gezamenlijke vieringen, het elkaar helpen en respecteren, gepaste verantwoordelijkheid dragen voor jezelf en de anderen en het naleven van afspraken. Maar is de vorm waarop we dat doen nog van deze tijd? Of gaan we dit herijken en vernieuwen om nog beter aan te haken bij de burgerschapsdoelen? We denken er bijvoorbeeld aan om naast christelijke feesten ook feesten uit andere culturen de school in te brengen. Zo kunnen we onze vieringen nog beter laten aansluiten op de maatschappij waarin de kinderen leven. Dat is onderwerp van onze volgende studietweedaagse.’
Tips van de school:
|