Bij Kindcentrum Snijders in Rijswijk krijgt elke leerling de kans om te groeien in rekenen. School en opvang werken samen aan een sterke start en maatwerk voor ieder kind. Het schoolteam deelt kennis en blijft vernieuwen. Extra aandacht is er voor een stevige basis bij de kleuters en voor kinderen die meer uitdaging nodig hebben. Rekenspecialist Inge Eelhart benadrukt: ‘We kijken steeds wat elk kind nodig heeft en passen onze begeleiding daarop aan.’ 

Beeld: © Phil Nijhuis

Jeanette Berckenkamp, Ivan Trouwborst en Inge Eelhart

In het kindcentrum zitten basisschool en kinderopvang onder één dak. Zo kunnen kinderen tussen de vier en twaalf jaar de hele dag door samen ontdekken, spelen en groeien, zowel tijdens de lessen als bij de opvang. Er is aandacht voor de eigen mogelijkheden, talenten en ontwikkelingsfases van het kind. Snijders (440 leerlingen) biedt sinds het schooljaar 2025-2026 naast de reguliere lessen en buitenschoolse opvang ook een AZC-school en een startklas voor kleuters van wie de onderwijsbehoefte nog niet duidelijk is.

Elk kind een eigen ontwikkeling

Het team, dat uit enthousiaste, vakkundige pedagogen en leraren bestaat, werkt vanuit één visie: elk kind krijgt de kans om zich te ontwikkelen op zijn eigen manier. Directeur Ivan Trouwborst hierover: ‘Dat houdt in dat we aansluiten bij de eigen mogelijkheden, talenten, interesses en ontwikkelingsfases van het kind. Het is daarbij mijn verantwoordelijkheid om te kijken wat ze nodig hebben om goed tot ontwikkeling te komen. Iedereen binnen ons team weet waarvoor ons onderwijs staat en waarom we bepaalde keuzes maken. Dat zorgt voor samenhang en gedeelde verantwoordelijkheid.’ 

"‘Iedereen binnen ons team weet waarvoor ons onderwijs staat en waarom we bepaalde keuzes maken. Dat zorgt voor samenhang en gedeelde verantwoord"

Samen werken aan groei

Alles draait bij Snijders om samenwerking. School en opvang trekken samen op. Leerkrachten en pedagogisch medewerkers delen hun kennis en ervaringen met elkaar. Zo zorgen ze voor een soepele overgang tussen school en opvang. Speciale aandacht is er voor het verbeteren van de rekenvaardigheden, waarvoor de school subsidie vanuit het programma Masterplan basisvaardigheden ontving. Dat begint al bij de kleuters. ‘Bij rekenen-wiskunde bouw je voort op eerdere kennis en vaardigheden: een stevige basis is daarom uiterst belangrijk. We investeren in goed reken-wiskundeonderwijs bij de kleuters, zodat zij hier in hun verdere reken-wiskundeontwikkeling baat bij hebben’, aldus Ivan (we spreken van het vakgebied rekenen-wiskunde – ook bij kleuters, red).  

Kleuters ontwikkelen hun rekenen-wiskundevaardigheden vooral spelenderwijs, legt unitleider Zorg & Ondersteuning Jeannette Berckenkamp uit. ‘Ze bouwen, bakken en spelen met cijfers en hoeveelheden. Zo ontdekken ze wat rekenen-wiskunde is, zonder dat het meteen op een les lijkt’, aldus Jeannette.  

Afstemming school en opvang

Dat ontdekkend leren gaat door tijdens de opvang. ‘De pedagogisch medewerkers zijn voor de kinderen vertrouwde gezichten. Zij weten wat er in het onderwijs aan bod komt en onze rekenspecialist Inge Eelhart leert de pedagogisch medewerkers van de opvang welke spellen je kunt spelen om de rekenontwikkeling extra te stimuleren. Door goede afstemming tussen school en opvang stimuleren we de rekenontwikkeling niet alleen op school, maar is hier ook aandacht voor tijdens de opvangmomenten. De deuren staan altijd open, we leren met en van elkaar en werken samen aan de ontwikkeling van de kinderen. Daarnaast bezoekt het zorgteam ook regelmatig alle klassen. Dat zorgteam bestaat uit mij en de co-teachers (uit elke unit één en met een eigen specialisatie). Zo zien we tijdig of medewerkers nog extra steun of begeleiding nodig hebben’, aldus Jeannette.  

Uitdaging en goede overdracht

De leerkracht kijkt goed naar wat elk kind nodig heeft, eventueel met ondersteuning van het zorgteam. Met observaties en toetsen houden ze bij wie extra hulp kan gebruiken en wie juist meer uitdaging nodig heeft. Sterke rekenaars krijgen extra uitdagende opdrachten. Kinderen die moeite hebben met bijvoorbeeld automatiseren, krijgen na schooltijd bij de opvang extra begeleiding. Ook dat gebeurt spelenderwijs. Jeannette: ‘Bijvoorbeeld door te meten en wegen tijdens het bakken of koken van een gerecht.’ 

"‘We kijken goed naar wat elk kind nodig heeft. Met observaties en toetsen houden we bij wie extra hulp of uitdaging kan gebruiken.’"

Jeannette geeft aan dat er daarnaast binnen de onderwijstijd ruimte is voor extra begeleiding van leerlingen, zoals aanvullende instructie binnen de rekenles.  

Vernieuwing en maatwerk

Kindcentrum Snijders blijft zich ontwikkelen. Het zorgteam volgt nieuwe inzichten en past de aanpak aan als dat nodig is. Zo is er binnen de school een rekenteam dat samen kijkt welke methodes het beste werken. Ook organiseert het kindcentrum regelmatig groepsbezoeken en rekenmiddagen, waarbij het hele team zich verdiept in het reken-wiskundeonderwijs. En ze zetten een externe rekenexpert in die met het team meekijkt wat er nodig is en hoe leraren met rekenmaterialen werken. Daarbij gaat het ook over de didactiek, zoals wat de beste opbouw van een les is om effectief te zijn. Ook delen ze goede praktijkvoorbeelden en evalueren ze samen het reken-wiskundeonderwijs. Zo ontstaat er overeenstemming over wat een goede rekenles is om kinderen verder te helpen groeien.  

De school gebruikt daarnaast digitale hulpmiddelen, zoals tablets voor alle leerlingen en digitale toetsen. Zo kan de leraar preciezer volgen welk kind welke opgaven maakt en of ze goed zijn gemaakt. Dit levert input waarmee de leraar vervolgens aan de slag kan. Dat kan direct, omdat er geen nakijktijd is. Dit doet de computer voor de leraar. Zo kan de leraar direct reageren als een kind iets niet snapt. 

Inzet talent en kennis

Ivan ziet zijn rol in het zorgteam vooral als ondersteunend: zorgen voor goed onderzoek, de inzet van talent en kennis van medewerkers en het beschikbaar stellen van tijd en middelen voor ontwikkeling. ‘Het team bepaalt verder zelf wat er nodig is voor de kinderen. Tegelijkertijd ben ik streng op het proces: klassenbezoeken en gezamenlijke voorbereiding zijn niet vrijblijvend, maar een vast onderdeel van het werk’, aldus Ivan. 

Inge: ‘We kijken steeds wat elk kind nodig heeft en passen onze begeleiding daarop aan. We zorgen ook voor een goede overdracht naar het volgende leerjaar van een kind. Zo bereiden we samen de reken-wiskundelessen per blok voor, zodat duidelijk is wat je gaat doen en wie extra begeleiding of uitdaging nodig heeft. Deze voorbereiding geven we ook mee aan de leraar van het volgend schooljaar. Zo weet ook hij/zij hoever een kind met rekenen is en wat voor extra ondersteuning dat kind nodig heeft.’